Met on- of niet-gestudeerden worden bedoeld personen, die zooveel gaven van God hebben ontvangen, dat zij zonder een wetenschappelijke opleiding tot het predikambt kunnen worden toegelaten. Zie over de reden daarvoor, de vereischten waaraan zij moeten voldoen en de wijze waarop de toelating kan geschieden, het art.
Artikel VIII, dl I, blz. 177; voorts: Kerkenordening van de Gereformeerde kerken in Nederland door Dr. J.
C. de Moor en Ds. Joh.
Jansen, Art. 8, blz. 20; en Bijlage II blzz. 162—175.