(Latijn: notabilis d.i. merkwaardig, uitstekend ; Fransch: notable, aanzienlijk burger, notabele) zijn in het algemeen de aanzienlijke ingezetenen van stad of dorp; in de Nederlandsch Hervormde kerk, het college van notabelen, dat onder leiding van de kerkvoogden uit en door de stemgerechtigde leden der gemeente gekozen wordt, om de kerkvoogden bij te staan inzake het beheer der goederen. Zij kunnen niet tegelijk kerkvoogd zijn.
Hun aantal, graad van bloedverwantschap enz. worden in iedere gemeente bij plaatselijk Reglement geregeld. Zie Algemeen Reglement op het beheer der kerkelijke goederen en fondsen van de Hervormde gemeenten in Nederland en het toezicht daarop, artt. 1—8.De taak der Notabelen is volgens het „Algemeen Reglement op het beheer” enz.:
a. de verkiezing der kerkvoogden, art. 3;
b. medewerking met de kerkvoogden bij het opmaken van inventarissen van de goederen, enz. der gemeente, art. 10;
c. de vaststelling en eventueele verandering der jaarlijksche begrooting in een gecombineerde vergadering met de kerkvoogden, art. 11;
d. de beslissing met de kerkvoogden inzake bezwaren tegen den aanslag, art. 13;
e. controle op het beheer van kerkvoogden en vaststelling der rekening, artt. 14, 15;
ƒ. het vaststellen der jaarwedden of andere belooningen van Voorlezers, Voorzangers, Godsdienstonderwijzers, Krankenbezoekers in een gecombineerde vergadering met kerkvoogden, art. 18;
g. beslissing inzake buitengewone uitgaven; inzake onderhands verhuren of aanbesteding van werken, enz. art. 19;
h. het al of niet ontheffing verleenen inzake het deelnemen van kerkvoogden aan onderhandsche huur enz., art. 22.