Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 08-01-2020

Neo-Calvinisme

betekenis & definitie

Onder dezen naam verstaat men die richting, die met name door den arbeid van Kuyper en Bavinck geleid heeft tot een verjonging en vernieuwing van het oude calvinisme. Deze richting is voorbereid geworden door de actie der gereformeerden b.v. in de Afscheiding, hoewel men dan van neo-calvinisme nog niet spreken kan.

Dan draagt de beweging meer een gereformeerd, een confessioneel karakter, en wijdt men alle aandacht aan de kerk en aan de ontvouwing der gereformeerde religie. Aan wijsgeerige studie kon men niet denken, en tegenover de wetenschappelijke bestrijders der gereformeerde religie bond men den strijd niet aan.

Dit is anders geworden door het optreden van Kuyper en Bavinck, terwijl hierbij ook de naam van A. Steketee, den christendenker, niet mag vergeten worden.

Met hun komst breekt een nieuwe dageraad voor het calvinisme als wereld- en levensbeschouwing aan, en zij stellen zich er niet mee tevreden de oude gedachten van Calvijn e. a. weer in haar schoonheid in het licht te doen treden, en ons volk in te leiden in de schatkameren van diens magistrale levensbeschouwing, maar zij voegden er nieuwe dingen aan toe, en gingen ook op wijsgeerige en wetenschappelijke gronden den strijd voor de waarheid aan. Kuyper heeft dit gedaan o. a. in zijn Encyclopaedie der Heilige Godgeleerdheid, zijn beroemde Stone-lezingen over het Calvinisme en tal van kleinere geschriften, terwijl van Bavinck moeten genoemd worden zijn Gereformeerde Dogmatiek, de Stonelezingen over De wijsbegeerte der Openbaring; Christelijke Wereldbeschouwing e.a.

Naast hen heeft gearbeid Dr J. Woltjer, die in zijn diepzinnige studiën over Het Woord, zijn oorsprong en zijn uitlegging; De Wetenschap van den Logos; Het wezen der materie baanbrekend werk leverde.Tal van jongeren hebben dezen arbeid voortgezet, en op allerlei terrein is het Calvinisme geworden tot een kracht waarmee gerekend moet worden, en die tegenover de theorieën van het ongeloof verdedigd heeft de waarheid Gods, welke Hij in Zijn Woord heeft geopenbaard. Echter moet men met den naam neocalvinisme voorzichtig zijn. Zoo licht wordt de indruk gevestigd alsof er tusschen oud- en nieuw-calvinisme een tegenstelling bestaat, en de nieuw-calvinisten iets anders willen en leeren dan de groote reformator van Genève. Dit is ook reeds beweerd door mannen als prof. Dr B. Eerdmans van Leiden en Dr C.

B. Hylkema, welke laatste in zijn boek Oud- en NieuwCalvinisme, de jong-calvinisten verwijt dat zij van de oude lijn zijn afgeweken. Aan elk van beide vormen van calvinisme, zoo beweert hij, ligt een eigen wereldbeschouwing ten grondslag, aan het oud-calvinisme, waartoe hij dan ook de oude Afgescheidenen rekent, de supranaturalistische, en aan het nieuw-calvinisme de naturalistische wereldbeschouwing. Hylkema ziet dan ook tusschen Calvijn en Kuyper een zeer scherpe tegenstelling en tracht dat contrast aan te wijzen in de leer van Gods bestuur over de wereld, in de leer van Gods openbaring, en in de leer van Gods genade. In al deze diepe leerstukken meent hij, dat er een diepe klove is tusschen Calvijn, die louter supra-natureel de dingen bezag, en Kuyper en degenen, die zich laten leiden door een monistische gedachte. Tegen deze voorstelling is van calvinistische zijde met kracht opgekomen.

Men heeft zich verzet tegen de meening, als zou er een klove gapen tusschen oud- en nieuw-calvinisme, en aangetoond dat beide in wezen een zijn. Wel treedt het calvinisme van dezen tijd op in nieuwe vormen en houdt het rekening met de ontwikking der wetenschap en speciaal van de wijsbegeerte, maar het is principieel hetzelfde calvinisme als in de dagen der Reformatie. Kuyper heeft dit in zijn geschriften over het calvinisme duidelijk uiteengezet, en wat hij en Bavinck leeren, vormt in wezen een eenheid met het vroegere calvinisme. Daarmee is niet gezegd, dat onder hen, die zich neo-calvinisten noemen, niet zouden zijn, die de oude lijn principieel verlaten. Wanneer een man als Dr J. A.

Cramer zijn linksethische Schriftbeschouwing calvinistisch durft te noemen, is dit wel een teeken, dat men onder den naam van calvinisme veel durft aan te bieden, wat met het calvinisme lijnrecht in strijd is. Ook om die reden moet men met den naam Neo-Calvinisten voorzichtig zijn. Nimmer mag die naam gebruikt worden om een tegenstelling tusschen vroeger en later calvinisme aan te geven.

< >