Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 08-01-2020

Moria

betekenis & definitie

Deze naam komt slechts tweemaal in het Oude Testament voor: Gen. 22 : 2, waar Abraham bevel ontvangt te gaan „naar het land van den Moria” en „op een van de bergen” aldaar Izak te offeren; en in 2 Kron. 3:1, waar van Salomo gezegd wordt, dat hij „het huis des Heeren begon te bouwen op den berg van den Moria, waar de Heere David verschenen was, ter plaatse die David had gereed gemaakt op den dorschvloer van Arauna, den Jebusiet”.

Merkwaardig is, dat de naam Moria als aanduiding van den tempelberg noch in de apokriefe noch in de oudere Joodsche geschriften voorkomt; zelfs niet bij Flavius Jozefus, behalve dan Oudheden I 13,1, waar echter duidelijk op Gen. 22 wordt gezinspeeld. Steeds wordt de tempelberg Sion genoemd.

Geen wonder, dat juist Gen. 22 aan de oude vertalers moeite bereidde, die den Moria er uit verwijderden, waarin nieuwe exegeten hen zijn gevolgd, die öf aan Sichem (Moré) öf aan Mizpa of aan iets anders willen gedacht hebben. Maar ten onrechte. Immers, Gen. 22 is vol van zinspelingen op de klanken, die men ook in Moria hoorde tja’ah). Zoo vs 12: Abraham is godvreezend (j'êrë-ël), vs 14 „de Heere voorziet” (Jahwe jir’èh) en „op den berg des Heeren zal het voorzien worden” (b'éhar Jahwe jëra’èh). Moria mag dus niet gewelddadig uit Gen. 22 verwijderd worden.

Moria hangt met ra’ah (zien) samen en beteekent „de verschijning des Heeren”. We zouden vs 2 dus eigenlijk moeten vertalen: „naar het land van de verschijning des Heeren”, waardoor dan duidelijk zou worden, dat de berg, die naar het getuigenis van 2 Kron. 3 : 1 dien naam droeg, dien naam eerst kreeg op grond van hetgeen Abraham daar wedervoer.

Natuurlijk worden in Gen. 22 land en berg niet nader geografisch vastgelegd. Voor ons is er in den tekst niet één duidelijke aanwijzing, die naar Jeruzalem wijst. Maar in de mededeeling, dat dit „land van den Moria” drie dagreizen van Berseba ligt (vs 4 en 19), ligt voldoende aanwijzing voor wie weet, dat Jeruzalem 42 Romeinsche mijlen d.i. 17 uur (volgens reizigers iets meer) van Berseba verwijderd is.

Nu heeft men wel gezegd, dat Jeruzalem reeds in Abrahams dagen een belangrijke stad moet geweest zijn, terwijl Gen. 22 ons naar een onbewoonde streek schijnt te voeren, maar men vergeet, dat zelfs in Davids dagen de Moria nog onbebouwd was (Arauna’s dorschvloer), zoodat hij in Abrahams dagen zeer zeker eenzaam en verlaten moet geweest zijn.

< >