Het rijk van Modjopahit was een der vele Hindu-rijken, welke in den loop der eeuwen op Java hebben geheerscht. Reeds circa 400 stichtten de Hindu’s hun eerste heerschappij op West-Java (het rijk Taroema Nagora).
Op Midden-Java vestigden zij zich in het midden der 6e eeuw en in de 8ste en 9de eeuw kwam het machtige rijk van Mataram tot ontwikkeling. Omstreeks het jaar 1000 begint Oost-Java op te komen en de vorst Erlangga voegt Midden- en Oost-Java saam tot één rijk.
Maar het krachtigst openbaart zich (circa 1300) op Oost-Java het rijk van Modjopahit. Niet slechts over bijna geheel Java weet het zijn heerschappij door te zetten, maar ook over bijna alle eilanden van den Archipel strekt zich zijn gezag uit, waarvan heden ten dage de overleveringen en de sporen overal nog worden gevonden.
Vooral onder koning Hajam Woeroek bereikte het zijn toppunt van macht en gezag. Het bestuur in deze rijken was zoo geregeld, dat de vorst slechts over een klein gedeelte het onmiddellijke gezag uitoefende.
De verschillende deelen van het rijk stonden onder vasallen, die hun afhankelijkheid hadden te toonen door het opbrengen van schattingen, door het leveren van soldaten en door bij tijden hun opwachting aan het hof te maken.Toen circa 1400 de Islam op Java begon door te dringen, heeft deze, nadat een poging om den vorst van Modjopahit te bekeeren was mislukt, zich door geweld van de heerschappij meester gemaakt. Heftig en langdurig is er gestreden, totdat eindelijk in 1525 de hoofdstad Modjopahit werd veroverd en verwoest. De Hindu’s moesten uitwijken steeds verder naar het Oosten, totdat zij eindelijk van Java verdreven, zich hebben gevestigd op het eiland Bali. Hier hebben zij zich de eeuwen door weten te handhaven, zoodat het de eenige plaats in ons Indië is, waar het Hinduïsme nog leeft. (Zie artikel Hinduïsme en Java).