(= het land der zwarten). Groep eilanden, in een boog om Australië gelegen.
De voornaamste zijn : Nieuw-Guinee, Nieuwe Hebriden, Salomons-eilanden (Britsch), Fidzji-eilanden (Britsch) en Nieuw-Caledonië (Fransch).(Voor Nieuw-Guinee en Nieuwe Hebriden, zie: de afzonderlijke artikelen daarover).
In vergelijking met de andere archipels in den Grooten Oceaan, n.l. Micronesië en Polynesië, hebben de Melanesiërs den laagsten vorm van ontwikkeling: hun vrouwen hebben een veel mindere positie dan die der Polynesiërs, hun instellingen zijn simpeler, hun gewoonten ruwer, ook doen zij nog aan kannibalisme; zij kenmerken zich evenwel, evenals de Neger-stammen in Afrika, door een bewonderenswaardigen kunstzin.
Hoofdgewassen zijn: bananen, kokospalmen, broodvruchtboomen en verschillende knolgewassen ; de kokospalm levert het voornaamste handelsartikel n.l. kopra; op Nieuw-Caledonië is koffie-cultuur.
De bevolking gaat op vele eilanden zeer sterk achteruit in getal, zóó zelfs, dat voor uitsterving moet gevreesd worden; waar weinig aanraking was met de Westersche cultuur en de Zending ingang vond, was evenwel dat dalen van het bevolkingscijfer veel minder, ja, daar kon somtijds volkstoeneming geconstateerd worden.
Op de Salomons-eilanden en de Fidzji-eilanden is in de vorige eeuw wel Zendingswerk verricht, maar die arbeid werd zeer tegengestaan door het brute optreden van de „Kanakenjagers”, die tevoren werkkrachten voor Australië kwamen werven. Ook was er een hevige concurrentie tusschen Protestanten en Roomschen.
Van de Fransche bezittingen in den Grooten Oceaan is Nieuw-Caledonië het grootste eiland. Terwijl op andere eilanden het Evangelie werd aangenomen (Tahiti Protestantsch, elders Roomsch), staan de bewoners van Caledonië nog buiten het Christendom.
De „Melanesion-Mission” (met een Engelsch Comité daarvan) werkt sinds midden der vorige eeuw op: Salomons-eilanden, Santa-Cruz en de Nieuwe Hebriden.