Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 08-01-2020

Measa

betekenis & definitie

Het woord Measa (uit de taal der Toradja’s van Midden-Celebes) beteekent „onheilbrengend”. Het is door Dr.

A. C.

Kruyt in de volkenkunde ingevoerd. Door een voorwerp of door een handeling kan magische werking ontwikkeld worden, welke schadelijk is voor de omgeving en onheil kan veroorzaken.

Met name is men gewaarschuwd wanneer er gebeurtenissen ontijdig plaats hebben: als de tanden van kinderen vroeg komen, als het suikerriet voor den tijd bloeit, als de hanen kraaien op een ongewoon uur — dan is dit measa. ’t Zit hem dus in het ongewone. Zoo wordt het gewone kakelen van kippen overdag als magisch gunstig beschouwd.

Wanneer evenwel een kip midden in den nacht kakelt, is dit measa, onheilbrengend. Wanneer een kip op eigenaardige wijze kakelt, is dit measa, onheilbrengend.

Dus als de kippen haar geluidtoover op ongewone tijden of op ongewone wijze loslaten, dan verwekt deze kwade invloeden. Dan zal een van de leden van het gezin van den eigenaar der kip sterven.

Het eenige middel tegen dit kwaad is de kip te vangen en te dooden.

Breekt er een aarden kookpot — dan is dit alweer measa.

Geschiedt zulks aan den vooravond van een tocht, dan gaat men niet van huis. Barst een pot uit zichzelf, dan moet een priesteres komen.Het begrip measa doet dus eenigszins denken aan taboe.

Litteratuur: A. C. Kruyt, Measa. Een bijdrage tot de kennis van het dynamisme der Bare’ésprekende Toradja’s. Bijdragen tot de Taal-, Land- en Volkenkunde van Nederlandsch-Indie. Deel 74, 75, 76.

< >