Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 08-01-2020

Marburger school

betekenis & definitie

Zoo wordt gewoonlijk aangeduid de wijsgeerige richting, die in de Marburger hoogleeraren Hermann Cohen en Paul Natorp haar hoofdvertegenwoordigers heeft. De Marburger „richting” of „school”, opgekomen aan het eind der vorige eeuw, is een der nuanceeringen van het Neo-Kantianisme.

Haar evenknie is de Badensche school (Windelband, Piekert). Legt de Badensche school den vollen nadruk op het vraagstuk van de „waarde” en het „gelden”, wendt zij zich in de eerste plaats tot de cultuur en het cultuurgegeven, legt zij het accent op het onderscheid tusschen „zijn” en „gelden” — voor de Marburger school is het in de eerste plaats de vraag, welke de „logische” wet is, want „het denken” leert ons niet alleen het zijn kennen, maar „denken” en „zijn” zijn zelfs identisch.

Daarom bestaat het voorwerp van deze wijsgeerige kennis en van ons wetenschappelijk onderzoek dan ook allereerst in den kenvorm zelf; het denkproces moet tot object van beschouwing worden gemaakt, en de logische wetenschappen, speciaal de wiskunde en de natuurkunde leeren ons de denk- en de natuurwetten. De strakke lijn van het koude-logische denken alleen wijst ons de richting naar de waarheid.

Uit het feit toch dat iets als logisch bestaande door ons gedacht wordt, moet tot het bestaan van dat gedachte worden besloten. Dat deze school veelal niet meer die van „de logische filosofie”, maar die van het logicisme wordt genoemd, zal gemakkelijk worden begrepen.

De souvereine logos, die de Marburger in zijn geest veronderstelt, kan ten slotte hem niet verder brengen dan tot de aanbidding van zijn eigen vernuft ; en in de logicistische school is dat vernuft bewonderenswaardig groot, maar zoo koud als een winternacht in maanlicht.

< >