Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 08-01-2020

Kehila

betekenis & definitie

wordt genoemd onder de steden „van het uiterste van den stam van Juda, die in de laagte” zijn (Joz. 15 : 33, 44). David heeft de inwoners dezer stad verlost uit de hand der Filistijnen en ging daarbinnen met de zijnen; toen men dit aan Saul te kennen had gegeven meende deze dat God David in zijn hand had overgegeven, omdat hij in een stad met „poorten en grendelen” was gekomen.

David nu vroeg den Heere door middel van den efod, dien Abjathar tot hem had gebracht of de burgers van Kehila hem en zijn mannen aan Saul zouden overleveren. Op het bevestigend antwoord maakte David zich met zijn mannen op uit de stad (1 Sam. 23 : 1—13).Onder degenen die aan de muren en poorten van Jeruzalem „verbeterden” worden twee oversten genoemd elk over een „half deel van Kehila” (Neh. 3 : 17 en 18). In de middeleeuwen hield men een zekere plaats, Klla genoemd, voor het Kehila hier bedoeld. Daar werden de graven aangewezen van de profeten Micha en Habakuk. Klla lag echter in het gebergte en Kehila in de laagte, ten Zuiden van Bet Dschibrin, en Kila lag ten Oosten daarvan. De ligging van Kehila is vrij zeker nog niet vast te stellen.

< >