Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 08-01-2020

Jung Stilling

betekenis & definitie

Eigenlijk heette hij Johann Heinrich Jung, werd geboren 12 September 1740 in het dorpje Grund in Nassau-Siegen. Tot zijn 21ste jaar was hij bij afwisseling schoenmaker en schoolmeester, daarna huisonderwijzer en koopman in Radevormwald bij Elberfeld.

Een gelukkige oogkuur bij een rijken man in Ronsdorf, die hij verrichtte door een geheim geneesmiddel, dat hij van een geestelijke ontving, had tot gevolg, dat hij met de dochter van den gekureerden man huwde. In 1771 studeerde hij in Straatsburg in de medicijnen.

Hij genoot daar de vriendschap van Goethe en Herder. Daarna werd hij oogarts in Elberfeld, hoogleeraar in Kaiserslautern, Heidelberg en Marburg.

In 1803 leefde hij ambteloos in Heidelberg en sinds 1806 in Karlsruhe. In April 1817 stierf hij.Stilling achtte zich door God geroepen, om de slapende Christenheid op te wekken en de opgewekten te verzamelen tot op den dag der wederkomst van Christus, welken dag hij zeer nabij meende te zijn. Steeds meer legde hij zich toe, om de verborgenheden van het geestenrijk te ontsluieren. Hij sprak en schreef gaarne over wat aan de andere zijde van het graf plaats vond en over de toekomstige dingen. Zoo trad hij in het spoor van Guyon, Leade en Bourignon; maar hij was ernstiger in zijn mediteeren. Zijn geschriften, die verspreid werden over de landen van Europa en ook in Amerika, muntten uit door kinderlijke vroomheid en godsvrucht. Behalve zijn Selbstbiografie (door Goethe uitgegeven onder den titel Stillings Jugendjahre) gaf hij uit Siegesgeschichte, een geestvolle verklaring van de gezichten in de Openbaring van Johannes, voorts Theorie der Geister kunde, Scènes aus dem Geisterreich, waarin iets doorstraalt van Swedenborgs gedachte.

Een bijzondere uitwerking op het volk hadden zijn mystiek-Christelijke verhalen, Theobald und die Schwärmer u. s. w. Van 1795—1816 gaf hij een tijdschrift uit: Der graue Mann. Men leze Rudelbach, Christliche Biografien I (1849) en Bodemann, Züge aus dem Leben Stillings (1844).

< >