Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 29-12-2019

Johann Tauler

betekenis & definitie

Omstreeks 1300 waarschijnlijk te Straatsburg geboren uit ouders van aanzienlijken stand, werd Dominicaner monnik, studeerde aan de universiteit van Parijs onder Meister Eckart (zie het artikel), keerde naar Straatsburg terug, waar hij — met uitzondering van een tien-jarig verblijf te Basel (1338—1348) — tot zijn dood, in 1361, vertoefde. Tauler, de meest bekende onder de Duitsche mystieken, trok als kloosterprediker, die in de landstaal het Woord Gods verkondigde, groote scharen.

Bij zijn prediking ontwikkelde hij ongeveer dezelfde denkbeelden als Eckart, maar legde meer nadruk op den wil, opwekkend ook tot een Christelijk leven in de practijk. Zelf gaf hij het voorbeeld, toen in Straatsburg dagelijks meer dan vijftig menschen aan de pest stierven.

Bisschoppen en priesters weigerden aan zieken en stervenden geestelijken bijstand te bieden, maar Tauler ging met anderen de ziekbedden langs. Hij kwam ook in geschrifte op tegen de onbarmhartigheid der geestelijkheid.

Het geestelijk leven heeft volgens Tauler drie phazen: afkeer van de wereld (uitgang), inkeer tot zich zelven (ingang), wederkeer tot God (overgang). Evenals Eckart is ook hij niet vrij van zekere pantheïstische tendenzen, al week hij over ’t algemeen niet af van de leer der kerk.

Zijn invloed is groot geweest, vooral onder de Godsvrienden (zie het artikel), maar ook in breederen kring. Meer dan iemand anders uit zijn tijd heeft hij gedaan voor de doorwerking van een geestelijk Christendom.

Luther schatte zijn geschriften zeer hoog. In een brief aan Spalatin schrijft hij: „wanneer gij lust hebt om een zuivere, grondige, met de oude geheel overeenkomende godgeleerdheid te lezen, dan moet gij u de predikatiën van Johannes Taulerus aanschaffen.

Want ik heb noch in de Latijnsche, noch in de Hoogduitsche taal een gezondere theologie gelezen, die beter met het evangelie strookt”.

< >