Ook Jahza en Jaza gespeld, een stad ten Oosten der Zoutzee. Toen de Israëlieten naar Kanaan optrokken, behoorde zij tot het Amorietische rijk van Sihon, den koning van Hesbon.
Na de overwinning van dit rijk werd deze stad aan Ruben toegewezen en aan de Levieten ter woonplaats gegeven. Toen de Moabieten later dit vroeger door hen bezeten gebied hernamen, behoorde Jahaz tot de Oostelijkste grensplaatsen van hun land (Jes. 15 : 4; Jer. 48 : 21, 34).