beteekent: door de daad zelf, metterdaad. Het komt op kerkelijk terrein o.a. voor in het Onderteekeningsformulier voor de Dienaren des Woords.
Nadat zij eerst verklaren in te stemmen met de drie Formulieren van eenigheid en voorts beloven, deze leer naarstiglijk voor te staan, en de dwalingen, die er tegen strijden te weren, verplichten zij zich, in geval zij „enich bedeneken ofte gevoelen teghen de voorss. leere, ofthe eenich poinct derselver zouden moghen crijgen,” dat zij ,,t’selve alvoren den Kerckenraet, Classi ende Synodo zullen openbaren, om van deselve geexamineert te worden, bereyt zynde het oordeel derselver altyt ghewillichlick ons te onderwerpen; op pene dat wy hyer teghen doende ipsofacto van onsen dienst zullen zyn gesuspendeert”, (in de tegenwoordige redactie is ipso facto vertaald en luidt deze zin aldus: „op poene dat wij hiertegen doende metterdaad (ipso facto) van onze diensten gesuspendeerd zullen zijn); en verbinden zich, ingeval de kerkelijke vergaderingen wegens „ghewichtige oorsaeken van nadeneken naerder gevoelen ende verclaringhe” van hen mochten eischen: „dat wy daer toe tot allen tijden bereyt ende willich zyn zullen op pene als boven, behoudens ’t recht van appel in casu van beswaernisse, geduerende welcken tyt van appel, wij ons naer de uytspraeck ende ordre des Sijnodi provincialis zullen reguleeren”. De bedoeling van dit laatste is, „dat indien een predikant bezwaar heeft, tegen het afleggen van een nadere verklaring, omdat er z. i. geen gewichtige reden van nadenken is gegeven, hij het recht heeft in appèl te gaan, welk appèl, zooals uit de latijnsche formuleering duidelijk blijkt, gaan kan tegen de beslissing van den kerkeraad, de classis en de particuliere synode en dus tot de generale synode kan worden voortgezet, en dat hij tijdens het appèl zich heeft te houden aan de uitspraak, die de particuliere synode tegen dit bezwaar doen zal, zoodat de straf, waarvan hier melding wordt gemaakt, d. w. z. het ipso facto gesuspendeerd (geschorst) worden, in geval van appèl, niet intreedt, dan wanneer de particuliere synode over zijn bezwaar uitspraak heeft gedaan en hij na deze uitspraak nochtans weigeren zou aan de kerkelijke vergadering, die hem dat vroeg, de nadere verklaring van zijn gevoelen te geven”.
Zie Acta der buitengewone Generale Synode van de Gereformeerde kerken in Nederland, gehouden te Assen 1926, Bijlage XVII blz. 80.