Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 08-01-2020

II. Dogmatisch

betekenis & definitie

Over de afleiding en den zin van den naam Jezus is reeds elders gehandeld, hier gaat het om de dogmatische beteekenis, die deze naam voor ons heeft, en het licht dat hij werpt over het werk van Christus. Dat licht kunnen wij echter alleen opvangen, wanneer wij tot den oorspronkelijken zin van den naam teruggaan.

Deze beduidde in Hebreeuwsch, in welke taal Jezus Jozua heeft geheeten: de Heere is heil, en op deze beteekenis moeten wij allen nadruk laten vallen. Want het feit, dat God onzen Heiland juist met dezen naam noemt, is van de hoogste waarde.

Deze naam Jozua, de Heere is heil, predikt eerst, dat in Christus de Heere, d. i. de: Ik zal zijn, Die Ik zijn zal, de trouwe Verbondsgod Zich openbaart, en Zijn openbaring van het Oude Verbond in Jezus voortgaat. Christus brengt dus niets nieuws.

Het Evangelie van het Nieuwe Testament is niet een gansch ander dan dat der Oude Bedeeling. Oud en Nieuw Verbond vormen geen contrasten, maar zijn in wezen een, en het is dezelfde Heere, Die in den tijd der schaduwen Zijn genade betoonde, als Die nu in Jezus Christus Zijn volk bezoekt met barmhartigheden. — In de tweede plaats zegt de Jezus-naam, d. i. de Heere is heil, dat nu dat heil, dat in het Oude Verbond schaduwachtig geopenbaard werd, uit de schaduwen uittreedt in het licht der vervulling, en alle beloften worden verwerkelijkt.

In Jezus is de Heere heil voor een in zonde verzonken wereld en voor al de gegevenen des Vaders, die wandelen in de schaduwen des doods, en die zaligheid gaat nu op als het licht van den nieuwen dag. — En ten derde predikt ons de Jezus-naam, d. i. de Heere is heil, dat de zaligheid, welke Jezus brengt, niet haar oorsprong vindt in Christus Zelf, maar in God. Niet de Zaligmaker doch de Heere is heil.

Jezus is niet de bron of de oorzaak der liefde Gods, maar de vrucht van ’s Heeren liefde, want alzoo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn Zoon gegeven heeft etc. Alleen in dit licht kunnen wij den Jezus-naam verstaan en verder letten op de beteekenis, die deze naam heeft, als naam voor den Zaligmaker.

In Mattheus 1 : 21 lezen we: En zij zal een Zoon baren, en gij zult Zijn naam heeten Jezus; want Hij zal Zijn volk zalig maken van hun zonden.

En eveneens in Handelingen 4:12: En de zaligheid is in geen anderen; want er is onder den hemel geen andere naam, die onder de menschen gegeven is, door welken wij moeten zalig worden.

Wat beteekent ons woord zaligmaker en zalig? De populaire opvatting van zalig als „vol” is niet houdbaar gebleken. Het woord zalig komt van een gotisch woord seis, dat goed of deugdelijk beteekent.

Zalig is dus iemand, die goed is, die deugt, die ongeschonden, die gaaf is, die is, zooals hij wezen moet, en zaligmaken is de dingen maken, zooals ze wezen moeten. Jezus herstelt dus als Zaligmaker de geschonden gaafheid der wereld, en Hij maakt mensch en schepping zóó, dat er niets aan ontbreekt.

Dit doet Hij door de oorzaak van onze geschondenheid en van verdorvenheid, n.l. de zonde weg te nemen. Zaligmaken is eerst verlossen van zonde, en in dien weg de voorwerpen van verlossing voeren tot dien staat, waarin zij zijn, zooals ze wezen moeten.

Hier ligt het gansche werk des heils door Christus begrepen, en alle weldaden der verzoening, die uit Zijn verlossing voortvloeien. Daarover kan op deze plaats niet gesproken worden.

Alleen zij nog opgemerkt, dat deze zaliging haar eindpunt bereikt in de hemelsche zaligheid, waarin alle harmonie hersteld, elke breuke geheeld, alle wanverhouding weggenomen is, en de dingen volkomen zijn, zooals ze wezen moeten.Hieraan moet nog drieërlei worden toegevoegd.

In de eerste plaats, dat in deze zaliging door Jezus, gelijk reeds terloops werd opgemerkt, zoowel de schepping als de mensch deelt. Onze Catechismus zegt terecht, dat wij alle zaligheid en welvaart van Jezus moeten verwachten, en Hij redt niet alleen de ziel maar ook het lichaam, niet alleen den mensch maar ook het onbezielde creatuur. Alle verhoudingen maakt Hij weer goed, en door Hem zal de gelouterde aarde bloeien als een roos. Ten tweede moet worden opgemerkt, dat Jezus de eenige Zaligmaker is. Hij is de eenige naam onder de menschen gegeven. De zaligheid is in geen anderen.

Hij is de weg en de waarheid en het leven. Niemand komt tot den Vader dan door Hem. Hij is dus niet de hoogste en de beste onder de velen, die zich redders en heilanden noemen, maar Hij is de eenige zaligmaker, waarom de Christelijke religie de eenig-ware religie is. En eindelijk is Hij een volkomen Zaligmaker, Die niet alleen de volle zaligheid voor Zijn volk verwerft zonder eenigen verlossingsarbeid aan ons over te laten, maar Die ook Zijn heil toepast, en het voltooit tot de eeuwige zaligheid. (Zie verder: Verwerving en Toepassing des heils).

< >