Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 08-01-2020

Helen Keller

betekenis & definitie

Een doofstomme en blinde schrijfster, geboren 27 Juni 1880 in Puscambia (Alabama, Noord-Amerika), kwam als normaal, gezond kind ter wereld, maar verloor in haar jeugdjaren èn gezicht én gehoor. Toen zij zeven jaar oud was ontving ze in Anna Mansfield Sullivan een onderwijzeres en opvoedster, die haar ondanks haar gebreken zóóver bracht dat zij sedert 1896 een school in Boston kon bezoeken, waar ze niet slechts schrijven leerde maar ook spreken.

Daarna ging ze studeeren aan de Harvard-universiteit, aan welke zij in 1904 den graad behaalde van Bachelor of Arts. Zij schreef een autobiografie: De geschiedenis van mijn leven, die zeer vele herdrukken beleefde (The Story of my Life, 1902; Nederlandsche vertaling, Utrecht, ’05).

Daarop volgde haar werk Optimism (’03); The World I live in (’08); The Chant of the stone wall (T0, evenzeer in ’tNederlandsch vertaald); Out of the dark (T3). In de jaren daarna verschenen alleen herdrukken: The Story of my life, School ed. (1917); hetzelfde werk, lambskin (Iamsvel) ed. (1923) en My key of life (Optimism) (1926), herdruk van het werk dat eerder onder den titel Optimism was uitgegeven.

Zij beschouwt dus een blijmoedig optimisme, ondanks allen druk en alle tegenheden, als den sleutel tot het leven, om nochtans levensgeluk te genieten en levensvreugd te smaken.

< >