Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 08-01-2020

Haran

betekenis & definitie

I. Haran is de naam eener oude stad in Mesopotamië, gelegen aan den Balich, een zijstroom van den Eufraat.

Hier stierf Terah, Abrahams vader (Gen. 11 : 31, 32). Van hier vertrok Abraham naar Kanaän (Gen. 12 : 4, 5).

En in later tijd woonde hier Terah’s nakomeling Laban (Gen. 27 : 43; 28 : 10; 29 : 4). In de dagen van koning Hizkia (circa 700 v.

C.) werd Haran door de Assyriërs geteld onder de steden, welke zij hadden onderworpen (2 Kon. 19 : 12).In de geschriften der Assyriërs treffen we Haran meermalen aan. Ten tijde van Tiglath-Pileser I (omstreeks 1110 v. C.) leefden er in het district van Haran nog olifanten in het wild, waarvan de koning er tien op de jacht velde. Vermelding verdient ook een Assyrisch document uit den tijd circa 650 v. C. Het is een soort belasting-cohier over de boerderijen in het gebied van Haran.

De personen, die erin genoemd worden, dragen grootendeels Arameesche namen. Mogelijk bevonden zich onder hen nog nakomelingen van Laban, die in Gen. 25 : 20; 28 : 5; 31 : 20 en 24 een Arameër (Staten-Vertaling: Syriër) wordt genoemd.

Nadat in 612 v. C. Nineve was gevallen, resideerde er nog enkele jaren een Assyrisch koning te Haran. Maar ook dit laatste overblijfsel der Assyrische heerschappij zonk spoedig in het niet. De Babylonische koning Nabonedus (556— 539 v. C.) maakt in zijn opschriften meermalen melding van Haran, inzonderheid van een tempel aldaar, die aan den maangod was gewijd.

Bij de Romeinen heette de stad Carrhae. Door verschillende reizigers uit de Middeleeuwen en den lateren tijd zijn haar puinhoopen beschreven.

II. In het Oude Testament komen drie mannen voor, die Haran heeten. De meest bekende is Abrahams broeder Haran (Gen. 11:26—31). De tweede behoorde tot den stam Juda (1 Kron. 2:46). De derde was een Leviet (1 Kron. 23: 9). Alleen de naam van den tweede heeft in het Hebreeuwsch dezelfde spelling als de naam der stad Haran.

< >