Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 08-01-2020

Gustav Mahler

betekenis & definitie

Toonkunstenaar, van landaard een Oostenrijker en van godsdienst een jood, zag den 7 Juli 1860 te Kalischt in Bohemen het levenslicht. Na het gymnasium bezocht te hebben studeerde hij aan de universiteit en aan het conservatorium te Weenen.

In 1880 begon hij zijn loopbaan als kapelmeester te Hall en vervolgens was hij als zoodanig in verschillende steden werkzaam, o.a. te Praag, Leipzig, Budapest en Hamburg, tot hij in 1897 aangesteld werd als kapelmeester en spoedig daarna als directeur van de hof-opera te Weenen. In 1907 vertrok hij als kapelmeester van de „Metropolitan”-opera naar New-York, waar hij na twee jaren de leiding van een philharmonisch orkest overnam.

In dien tusschentijd had hij weer in verschillende steden van Europa, o.a. te Amsterdam en te ’s-Gravenhage, concerten geleid. Weer te New-York zijnde werd hij door een ernstige ongesteldheid aangetast, waardoor hij genoodzaakt werd naar Europa terug te keeren.

Hij vertoefde nog eenigen tijd te Parijs en vertrok toen naar Weenen, waar hij den 18 Mei 1911 overleed. Hij was gehuwd met Alma Maria Schindler, die zelf een muzikale opleiding genoten had en die ook twee deelen stemmige liederen in ’t licht gegeven heeft.Was Mahler algemeen erkend als een der beste directeuren en leiders van opera’s, zoo vinden zijn verdiensten als componist geen onverdeelde bewondering, zoodat men hem zelfs een plaats onder de scheppende musici heeft durven ontzeggen. Tot de werken, die hij heeft nagelaten, behooren opera’s en verscheidene liederen, als Das Lied vort der Erde voor tenor, alt en orgel; Das Klagende Lied voor soli, koor en orkest; 12 liederen uit Des Knaben Wunderhorn en vele andere. Het zwaartepunt van Mahlers’ composities ligt in een reeks van negen symphonieën, waarvan hij de eerste in 1891, de laatste kort vóór zijn dood gecomponeerd heeft.

< >