Sinds den slag te Bouvines 17 Juli 1214 toen heel de Germaansche vereenigde macht van Engeland, Duitschland en de Nederlanden (Vlaanderen, Gelre, Brabant, Holland enz.) door de Franschen verslagen was, lag het Vlaamsche land meer dan ooit ten prooi van den Franschen koning.
In het jaar 1300 werd Vlaanderen „onherroepelijk” tot een Fransche provincie verklaard, de lelievaan verving den Vlaamschen leeuw, de vlag der Clauwaerts.
Een opstand van de Vlaamsche Kerels volgde. Overal werd de zwarte Vlaamsche leeuw op het gele veld ontplooid. Onder Jan van Renesse, aanvoerder der Zeeuwen, — Jan van Borluut uit Gent— lakenweversdeken Pier de Conync, Jan Breydel uit Brugge, Willem van Gulik had de beroemde Gouden Sporenslag te Groeninge bij Kortrijk 11 Juli 1302 plaats. Daar bevochten de Nederlanders een schitterende overwinning op de Fransche legerscharen. 2000 Fransche edelen sneuvelden. Hun gouden sporen werden in de kerk opgehangen.
De Sporenslag belette Frankrijk de verovering der Nederlanden en redde de Nederlandsche beschaving van den ondergang, hoewel de Franschen telkens hun pogingen herhaalden en o.a. 23 Augustus 1328 op den Casselberg over den Vlaamschen held Zanneken en zijn vrije Vlaamsche boeren zegepraalde.
