Dat onze gebeden door God verhoord worden, wordt door geheel de Schrift geleerd, en in het Christelijk leven ervaren. De vraag doet zich echter voor, kan men ook van gebedsverhooring spreken, wanneer wij niet verkrijgen de bede die wij gebeden hebben, b.v. wanneer wij om herstelling van dierbare verwanten hebben gebeden, en ze ons toch ontnomen worden ? Hierbij moet in acht genomen worden, dat de zekerheid van verhooring in absoluten zin betreft de inhoud van Gods beloften.
Persoonlijke belangen kunnen niet gelijk gesteld worden met de belofte Gods. En de wijze waarop God voor ons persoonlijk leven zijn belofte vervullen zal, moeten wij in ons gebed aan Hem overlaten.
Gebedsverhooring blijft ook wel uit omdat wij kwalijk bidden (Jacobus 4 : 3). Dit is echter ons geloof, dat God verhooren zal alles wat we van Hem in Jezus’ naam, op grond van zijn belofte vragen, in het diep besef van onze onwaardigheid, pleitend op genade.