Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 08-01-2020

Gallië

betekenis & definitie

Oude naam van dat gedeelte van West-Europa, dat hoofdzakelijk bewoond werd door Keltische volksstammen en thans ingenomen wordt door Frankrijk, België en Zwitserland. Uit Gallië trokken de Galaten, aan wie Paulus den bekenden brief schreef, omstreeks 278 v.

Chr. naar Klein-Azië. Ten tijde van Gajus Julius Caesar (100—44 v.

Chr.) werd Gallië (met uitzondering van Gallia Cisalpina, de tegenwoordige Po-vlakte) verdeeld in 3 deelen. Het middelste, grootste gedeelte werd begrensd door den Atlantischen oceaan, de Seine (Sequana), de Garonne (Garumna), en strekte zich Oostelijk tot in Zwitserland (Helvetia) uit.

Dit was het eigenlijke Keltenland of land der Galliërs. Ten Noorden hiervan, van Seine en Marne (Matrona) tot aan de Rijn (Rhenus) lag Gallia Belgica, door Belgische volksstammen bewoond.

Het derde stuk, ten Zuiden van de Garonne tot aan de Pyreneeën, droeg den naam van Aquitania. Er was nog een vierde deel, dat een Romeinsche provincie (Provincia Romana) uitmaakte en het Zuid-Oostelijk gedeelte van het tegenwoordige Frankrijk omvatte.

Geheel Gallië werd door Julius Caesar onderworpen en bij het Romeinsche rijk gevoegd. Zoo werden de talrijke Gallische stammen geheel geromaniseerd en verdwenen hunne namen, hun taal en hun godsdienst.

De laatste kwam geheel overeen met dien der volksstammen, die toen ons land bewoonden. Omstreeks het midden der derde eeuw begonnen de Franken het land binnen te dringen.

In het jaar 496 nam Chlodwig, koning der Franken, het Christendom aan.

< >