= rechterlijk. In de theologie wordt als forensisch aangeduid de Gereformeerde beschouwing van de voldoening van Christus als nl. een herstel van het recht Gods.
Ook het Farizeïsme was forensisch, inzoover het beweerde, dat de zaligheid alleen in den weg der gerechtigheid kon worden verkregen. De leer van Paulus, dat de rechtvaardigmaking een juridische daad Gods is, wordt daarom door velen als een overblijfsel of nawerking van zijn vroeger Farizeïsme beschouwd.
Ten onrechte echter, want al bleef de apostel aan de forensische opvatting getrouw, ten opzichte van de wijze waarop de gerechtigheid en zaligheid ons deel worden is er tusschen hem en het Farizeïsme een principieel verschil. Zocht dit laatste zich een eigene gerechtigheid op te richten, Paulus stelt de onmogelijkheid daarvan in het licht: zaligheid is er alleen door de gerechtigheid Gods, in Christus geopenbaard.