(spreek uit: fookloor), is een Engelsch woord, dat sinds 1846, op voorstel van den Engelschen geleerde W. J.
Thoms, gebruikt wordt in den zin van Volkskunde, en de naam geworden is voor de kennis van tradities, zeden en gewoonten, die zich bij de cultuurvolken, en dan meest op het platteland, handhaven, en waarin de voorstelling voortleeft, welke de voorgeslachten hadden op godsdienstig en ander gebied. De Folklore speurt den oorsprong na van allerlei gebruiken in den landbouw, bij geboorte en doop, op bruiloften en begrafenissen, en tracht door te dringen tot de beteekenis van oude spreekwijzen, uitdrukkingen, deuntjes, raadsels, sprookjes, legenden en sagen.
Haar werkzaamheid ligt op het terrein, deels van de ethnologie, deels van de geschiedenis der godsdiensten. Uitgegroeid tot een zelfstandige wetenschap is ze nog niet.
