Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 08-01-2020

Falascha

betekenis & definitie

D. w. z. verdrevene. Zoo noemt men de Abessynische Joden, die vroeger tamelijk onbekend waren, maar sinds 1869 door J.

M. Flad bekend zijn geworden.

Er zijn er ongeveer 250.000 en zij wonen in de rotsachtige gedeelten van Abessynië. Zij noemen zich kinderen van Levi en houden getrouw het Sabbatsgebod.

Zij hebben ook vele Levitische gebruiken behouden. In den offerdienst wijken zij van het Oude Testament zeer af, maar het Paaschfeest vieren zij als de Joden onder het Oude Testament.

Hun messias-verwachting is zeer duister, maar zij gelooven zeer beslist aan den wederopbouw van Jeruzalem. Zij leven van akkerbouw en enkele bedrijven zooals weverij en smederij.

Handel mogen zij niet drijven. Dat achten ze in strijd met het Mozaïsch geloof.

Een zekere Gregorius heeft onder hen ingevoerd het monnikenleven en een uiterst pijnlijke zelfkastijding. Zij onderhouden godsdienstige samenkomsten.

< >