Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 08-01-2020

Eutyches

betekenis & definitie

Abt van een klooster te Constantinopel, die leerde dat Christus na Zijn menschwording slechts één natuur bezat, alsook dat het lichaam van Christus aan het onze niet in wezen gelijk was. Aangeklaagd bij den patriarch van Constantinopel, Flavianus, werd hij op de Synode van Constantinopel, 448, daar hij niet wilde herroepen, in den ban gedaan en afgezet.

Hij beriep zich op een oecumenisch concilie, en wendde zich tegelijk tot Leo den Groote, den bisschop van Rome (440—461). Leo koos de zijde van Flavianus, en ontwikkelde in een brief aan dezen helder en klaar de leer der twee naturen in Christus.

Door keizer Theodosius I werd echter een oecumenisch concilie te Efeze saamgeroepen, 449, onder voorzitterschap van Dioscurus, patriarch van Alexandrië. Dit concilie ging uiterst willekeurig en gewelddadig te werk.

De afgevaardigden van Rome kwamen niet aan het woord, de leer van de twee naturen werd veroordeeld, Flavianus afgezet en Dioscurus lichamelijk zoo mishandeld, dat hij reeds na drie dagen stierf. Leo de Groote protesteerde bij den keizer tegen de besluiten dezer „rooverssynode”, maar Theodosius stierf reeds in 450.

Hij werd opgevolgd door keizer Marcianus, wiens gemalin Pulcheria zijn zuster, en een warme vriendin van Flavianus was. Het concilie van Chalcedon, 451, zette Dioscurus en Eutyches af, en veroordeelde zoowel het Eutychianisme als het Nestorianisme.

Zie het artikel Chalcedon.

< >