Geboortig uit Cappadocië, was leerling en geestverwant van Aetius te Alexandrië. In 360 werd hij bisschop van Cyzicus, maar spoedig daarna afgezet vanwege zijn Ariaansche gevoelens.
In 383 verbande keizer Theodosius hem naar Caesarea in Cappadocië; hij overleed in 392. Hij leerde, dat Christus uit niets door God was geschapen, en wat zijn wezen betreft, ongelijkvormig is aan den Vader.
Hij werd het hoofd der z.g. strenge Arianen, naar hem Eunomianen, of, naar Aetius Aetianen geheeten. Deze werden ook Ucontianen (uit niets drijvers), en Anomoeërs (ongelijkvormig verklaarders) genoemd.