Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 08-01-2020

Ens

betekenis & definitie

I. Johannes Ens, geboren 9 Mei 1682, overleden 6 Januari 1732, aanvaardde, na de school van Lingen gediend te hebben, in 1720 het hoogleeraarsambt te Utrecht.

Hij was zeker een geleerd man, maar door drank en ongeregeld leven vroegtijdig ondermijnd. Onder den schuilnaam Daniël van der Heyden schreef hij in 1715 en in 1719 tegen den Voetiaan Fruytier; maar beide boeken, vinnig en grof in de hoogste mate, doen zijn toch reeds bedorven naam maar te meer schade.

Zijn meest belangrijke werk is het na zijn dood verschenen: Kort historisch Berigt van de publieke geschriften, rakende de Leer en Dienst der Nederlandsche kerken van de vereenigde Nederlanden. Dit boek is voor de geschiedenis onzer liturgische geschriften één der eerste bronnen, ofschoon er meermalen onnauwkeurigheden in voorkomen.II. Petrus Ens, broeder van den voorgaanden, geboren 1699, eershalve bevorderd tot doctor in de godgeleerdheid, werd 1726 hoogleeraar te Harderwijk. Er ontstond echter een klove tusschen curatoren en hem, en deze werd op den duur niet kleiner, maar wel grooter, toen hij langzamerhand verviel in de verdenking van kerkelijke onrechtzinnigheid, met name ten opzichte van het leerstuk der Drieëenheid. Den 19den October 1741 werd hij van zijn hoogleeraarsambt ontzet en ook buiten de kerkelijke gemeenschap gestooten. Hij vestigde zich metterwoon te Zwolle, waar hij in behoeftige omstandigheden leefde. Zijn sterfjaar is ons niet bekend.

< >