of Eginhard, geboren 770. Hij kwam in zijn jeugd aan het hof van Karel den Groote.
Hij was gehuwd met Imma, die het edelste meisje (puella nobilissima) heette. Hij bekleedde het ambt van opzichter over de koninklijke gebouwen te Aken, waar hij ook den bouw van den dom leidde.
Na Karels dood ontving hij van Lodewijk den Vrome een belangrijke schenking aan land in het Odenwald, waar hij het klooster Seligenstadt grondvestte, aan welks hoofd, nadat hij in 827 tot priester gewijd was, hij als abt stond. Zijn belangrijkst werk is de levensbeschrijving van Karel den Groote.
Bovendien schreef hij Jaarboeken.