Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 29-12-2019

Dissenters

betekenis & definitie

Onder Dissenters (wij zouden in onze taal zeggen: Afgescheidenen) worden in Engeland begrepen sinds 1688 alle Protestantsche onderdanen, die niet tot de officiëele „Church of England” d. i. de Episcopale kerk behooren. Onder die Dissenters rekent men niet alleen de vele secten, die in Engeland zijn, maar evenzeer de welgeorganiseerde kerken, zooals de Presbyteriale kerken en de kerk der Independenten en Baptisten.

In het jaar 1851 stond het in Engeland zóó, dat meer dan de helft der bevolking tot de Dissenters behoorden. In 1851 telde men 75 afwijkende groepen, in 1871 was het getal al geklommen tot 177 en in 1886 was het gestegen tot 213.

Men doet van hoog-kerkelijke zijde wel moeite, om aan te toonen, dat deze cijfers gefingeerd zijn, maar het is een niet te wederspreken feit, dat de Episcopale kerk in Engeland steeds meer aan invloed inboet en dat het getal van hen, die zich niet kunnen vinden in de tweeslachtige godsdienstoefeningen dier kerk, steeds toeneemt. Het is echter waar, dat onder die z.g.n.

Dissenters ook vele liberale en radicale elementen zijn, die aan den waren dienst van God geen voordeel bezorgen, maar wel groote schade berokkenen. Alles, wat zich van de staatskerk afscheidt, is lang niet gebonden aan het Woord van God en aan den levenden Christus.

< >