Het tijdschrift: De Vereeniging: Christelijke Stemmen, verschenen van 1847—1875, was de tastbare vrucht van de bijeenkomsten der Christelijke Vrienden. De verslagen dezer bijeenkomsten komen er dan ook van 1847 tot 1855 getrouw in voor.
En ook toen de vergaderingen dezer Réveilmannen waren uitgestorven, bleef het tijdschrift in leven als een opgericht teeken van een verbroken vereeniging. Het was een vereeniging van vele Christelijke Stemmen, waardoor niemand in zijn overtuiging belemmerd werd, maar het recht der volkomen uiting zijner gevoelens behield.
Hoofdredacteur was de groote filanthroop Ds O. G. Heldring te Hemmen. Het tijdschrift behoorde niet thuis in de kerkelijke kringen, waar „de Boekzaal” zijn lezers zocht, ook niet bij het Gereformeerde volk, dat zijn stichting in oude schrijvers vond, evenmin op de groote markt van het leven, maar het bezocht de huiskamers van al wat onder onze aristocratie de waarheid liefhad en zag zich een toegang geopend tot de leeskringen van onze meer beschaafde burgerklasse.
Het bewoog zich vooral op het gebied der „inwendige Zending”. Met zijn bijbladen bestaat het tijdschrift uit niet minder dan 38 lijvige boekdeelen.
In 1871, nadat Ds Heldring alleen vijf en twintig jaar de betrekking van hoofdredacteur had waargenomen, kwam hem in Dr Ph. J. Hoedemaker een nieuwe mederedacteur te hulp.
Toch deed deze het niet van harte.
Hij had n.l. liever gezien, dat er iets uit en voor den nieuweren tijd ontstaan was. Voorloopig was aan iets dergelijks evenwel niet te denken.
En zoo werd dan het oude tijdschrift onder de beide redacteuren nog eenige jaren staande en gaande gehouden, tot het met het nummer van Augustus 1875 werd gestaakt. Het behoort thans tot de geschiedenis, maar mag niet verwaarloosd worden, wanneer men de staatkundige en maatschappelijke werkzaamheid van het Reveil uit de bronnen wil leeren kennen.