(uit den stam Juda, kleinzoon van Hur), een der twee kunstenaren, vervuld met den Geest des Heeren, die het heiligdom moesten vervaardigen (Exod. 31; 1 Kron. 2 : 20). Zijn naam beteekent: „in de schaduw is God”.
Zijn kunstwerken waren afschaduwende (Hebr. 8 : 5) beelden der werken Gods in Christus.