Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 29-12-2019

Beda

betekenis & definitie

(bijgenaamd Venerabilis, d.i. de eerbiedwaardige) 675—734, een sieraad van de Angelsaksische kerk en van het Angelsaksische volk. Hij werd opgeleid door de abten van het bloeiende klooster Wearmouth en bracht een groot deel van zijn leven door in het klooster Jarrow.

Daar bestudeerde hij zeer ijverig de Heilige Schrift. Als leeraar en schrijver verzamelde hij een grooten kring van leerlingen rondom zich.

De grootste mannen van zijn tijd bezochten hem en achtten hem zeer hoog. Hij bleef de eenvoudige man, die zich als ideaal gesteld had geestesarbeid tot zijn dood toe.

Zijn talrijke geschriften omvatten bijna het gansche gebied der toenmalige wetenschap. Voornamelijk heeft Beda zich verdienstelijk gemaakt door alle oorkonden en alle overleveringen, die er destijds bestonden over de geschiedenis van de Engelsche kerk, bijeen te verzamelen.

Deze heeft hij verwerkt in zijn geschiedenis van de Engelsche kerk. Beda is de vader van de Engelsche kerkgeschiedenis.

Zijn boek over de Engelsche kerk, dat zeer beroemd is en een ware bron voor de kennis der geschiedenis van die kerk is getiteld Ecclesiastical history of England.

< >