Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 29-12-2019

Bazuin

betekenis & definitie

Een gebogen, wellicht oorspronkelijk uit hoorn vervaardigd blaasinstrument, daarom hoorn genoemd (Joz. 6:5, 14; Ex. 19 : 16; Dan. 3 : 5). De gewone Hebreeuwsche naam is schofar, vanwege den helderen en doordringenden toon; in het Grieksch salpinx.

Zij is onderscheiden van de trompet, waarmede zij soms wordt verwisseld, b.v. Job 39 : 24, 25.

Gelijk deze werd zij vooral in den krijg tot het geven van een signaal gebezigd (Job 39 : 25; Jer. 4:5; 6 : 1 ; Joz. 6 : 4, 20). Haar geklank wordt met het rollen des donders vergeleken (Ex. 19 : 16, 19).

Anders werd zij even als onze klokken gebezigd, b.v. tot aankondiging van het jubeljaar (Lev. 25 : 9), in ’t algemeen bij gewijde plechtigheden, tot lof van God (Ps. 150 : 3; 98 : 6, 7; vgl. 1 Kron. 15 : 24; 2 Kron. 5 : 12, 13; 29 : 26, 27; Ezra 3:10; Neh. 12:35). Gelijk men bij de wetgeving op Sinaï het geklank eener sterke bazuin vernam (Ex. 19 : 16), zoo zal de majestueuze openbaring des Heeren als denwereldrechter, met bazuingeklank vergezeld gaan.

De gestrengheid der wet zal dan allen treffen, die de genade hebben versmaad. Zoo heet het (Zach. 9:14): „de Heere, Heere zal de bazuin blazen.” — De bazuin zal weêrklinken en de dooden zullen opstaan (1 Cor. 15 : 52). „De Heere zelf zal met een geroep, met de stem des archangels en met de bazuin Gods nederdalen van den hemel” (1 Thess. 4 : 16).

De toekomst des Heeren zal dus wel een onverwacht, maar niet een onzichtbaar teeken zijn; zij zal zich zoo luid en doordringend aankondigen, dat men haar in de wereld der lichamen en der geesten verneemt (vgl. Matth. 24 : 31). — De bazuinen in de Openbaring van Johannes wijzen op gewichtige wereldgebeurtenissen, die God als geriefden van zijn toorn over de wereld uitspreekt, terwijl daardoor het heil der geloovigen wordt voorbereid en voleindigd (Openb. 8 : 2 v.) Zij staan tot de zeven zegelen in nauw verband.

< >