Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 29-12-2019

Apollinaris

betekenis & definitie

Bisschop van Laodicea in Syrië, (✝ 390) was in zijn tijd een zeer bekend godgeleerde. Hij was exegeet en apologeet, maar meer nog een systematisch theoloog.

Hij behoorde tot degenen, die de uitspraken van het concilie van Nicea over de godheid van den Zoon volkomen erkenden, maar Apollinaris had een zeer eigenaardige beschouwing over de menschheid van Jezus Christus. Hij gaf aan de Arianen toe, dat de leer, welke inhield, dat de Zoon van God een volkomen menschelijke natuur had aangenomen, onvermijdelijk ertoe leiden moet, om twee wezens te leeren, want volgens Apollinaris konden twee naturen niet in één persoon vereenigd zijn.

Vandaar dat hij tot een gansch bijzondere voorstelling kwam van de Goddelijke en menschelijke natuur in Christus.Hij ging uit van de stelling, dat men drie zaken onderscheiden moet in den mensch n.l. zijn lichaam, zijn ziel en zijn geest. Nu had volgens hem Jezus wel een waarachtig lichaam en ook een ware menschelijke ziel, maar de menschelijke geest ontbrak. Daarvoor was in de plaats gekomen de Goddelijke Logos.

Zoo werd dus de waarachtige menschheid van Jezus geloochend en zijdelings ook de waarachtige Godheid, want volgens Apollinaris hadden menschheid en Godheid zich in Jezus verbonden tot een nieuw wezen. Jezus had dus maar één natuur, als men het goed beschouwde, een natuur, welke ontstaan was door vermenging van twee naturen. Daardoor dacht Apollinaris de eenheid van den persoon te redden, de aanbidding van Jezus te kunnen rechtvaardigen en diens zondeloosheid te kunnen vasthouden.

Zijn leer vond in het Oosten, waar men veel van godgeleerde bespiegelingen hield, veel bijval. Vele leerlingen verzamelden zich rondom den beroemden leermeester. De uitnemendste godgeleerden van zijn tijd bestreden echter het gevoelen van Apollinaris. Gregorius van Nyssa, Gregorius van Nazianze en Basileus traden tegen hem op. Zij toonden, en zeer terecht, aan, dat wie aan de waarachtige verlossing des zondaars door Jezus Christus gelooven wilde, ook de waarheid zijner waarachtige d. i. volkomene menschheid moet vasthouden.

In 375 verliet Apollinaris de kerk en de oecumenische Synode van Constantinopel in 381 veroordeelde uitdrukkelijk het gevoelen van Apollinaris als ketterij. Zijn volgelingen werden niet alleen in geschriften bestreden en op synoden veroordeeld, zij werden ook door keizerlijk optreden vervolgd. Zij keerden deels terug in de Catholieke kerk en anderdeels verbonden zij zich met de latere Monofysieten, van wie Apollinaris eigenlijk de voorlooper geweest is.

< >