Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 08-01-2020

Anton Reinhard Falck

betekenis & definitie

Geboren 1777 te Utrecht, gestorven te Brussel 1843. Hij werd opgevoed te Amsterdam en promoveerde te Leiden in 1799 in de rechten.

Hij bestudeerde met ijver de filosofie van Kant en vertoefde nog in zijn studententijd enkele maanden te Parijs, waar hij met bijzondere aandacht den loop der gebeurtenissen gadesloeg. In 1801 werd hij benoemd tot lid van het stadsbestuur te Amsterdam.

Eenjaar later trad hij in diplomatieken dienst als gezantschaps-secretaris te Madrid. In 1806 naar het vaderland teruggekeerd, werd hij afdeelingschef van het departement van Buitenlandsche zaken en daarna secretaris-generaal van het Ministerie van Marine en Koloniën.

Toen in 1810 velen de gunst van den nieuwen koning zochten, deed hij daaraan niet mede. Hij weigerde eenig ambt te aanvaarden en vestigde zich te Amsterdam als advocaat.

In 1812 en 1813 maakte hij reizen naar Zuid-Duitschland en Zweden. In 1813 was hij weder terug in zijn vaderland.

Hij deed mede aan de Novemberbeweging in 1813 te Amsterdam. Hij was toen kapitein bij de nationale garde (schutterij).

Toen op 15 November de volksopstootjes (verbranden van douanehuizen) begonnen, hield de garde zich stil.

Mede door invloed van Falck trad een voorloopig bestuur op, dat echter in rust-bewaren en afwachten zijn hoogste ideaal scheen te zien.

Dat was niet naar Falcks zin. Hij stelde zich met Van Hogendorp in verbinding en, toen de Prins van Oranje 30 Nov. te ’s Gravenhage aankwam, was Falck daar, om hem te ontmoeten.

De nieuwe vorst benoemde hem tot algemeen secretaris, later tot secretaris van staat. In 1818 werd hij minister van Onderwijs, Nijverheid en Koloniën.

Hij brak die werkzaamheid af tot het vervullen van diplomatieke missiën, in 1819,1820 naar Weenen en in 1823 naar Londen, om te handelen over de teruggave der Oost-Indische bezittingen. Van 1824—1832 was hij ambassadeur van het Engelsche hof.

Hij leefde in de jaren 1830 e. v. in onmin met Koning Willem 1, omdat hij diens inzichten in de Belgische aangelegenheden niet deelde. Na 1832 woonde hij als ambteloos burger in Den Haag.

Van 1839—1843 bekleedde hij weder een ambt, n.l. het delicate ambt van Nederlandsch gezant te Brussel.Falck was een man met veel kennis en doorzicht in politieke zaken. Hij was geen onbekende op het gebied van litteratuur en filosofie. In de Arke Noachs (1799—1800) schreef hij onder het pseudoniem Welmoed een groot aantal artikelen, waaruit zijn vereering van Kant sprak. Verder schreef hij verhandelingen in de Werken van het Koninklijk Nederlandsch Instituut. Zijn Brieven en ambtsbrieven zijn uitgegeven door O. W.

Hora Siccama. Zijn Gedenkschriften gaf Dr. H. T. Colenbrander uit.

< >