Nauwkeuriger Maaleh Akrabbim, d. i. de hoogte der schorpioenen, wordt door den reiziger Robinson waarschijnlijk gehouden voor de klippenrij, welke het diepe moerasdal El Ghor in het Zuiden der Doode zee van de hoogere Araba afscheidt. Akrabbim was de Zuidoostelijke grens van Juda (Num. 34:4; Joz. 15 : 3) vroeger (Richt. 1 :36) van de Amorieten.
Schorpioenen, waaraan de naam ontleend is, zijn ook nog heden in de Araba, bij vochtige klippen en oude ruïnen, als ook aan eenige plaatsen der woestijn Paran, een gevaarlijke plaag (Deut. 8 : 25). Gelijk koning David (2 Sam. 8 : 13), en Amazia (2 Kon. 14 : 7), in het zoutdal, zoo sloeg Judas Maccabeus in Araba, of naar het Grieksch in Akrabattine (Macc. 5 : 3), de hier aangrenzende Edomieten.
Beide namen toonen zonder twijfel dezelfde plaats aan.