Dat is, hy moet de overhand hebben. ’t Is ontleent van de haanenstryden, waar in de overwinnaar gezegt word Koning te zyn. Het zelve is, Zyn haan kraait boven.
Haanen zyn gewoon hunne overwinning uit te kraayen; en die overwonnen zyn, zwygen als beschaamt, om dat hun tegenkamper meester is, en ’t veld heeft behouden. Ik weet een geval, dat een man met zyn wyf over zulk een haanenkamp, waar in elk zyde koos, wel ernstig aan een tweegevecht geraakte: maar of die haan, of de hin, doe boven kraaide, kan ik niet vast zeggen. Ten minsten, ’t is niet zonder veel gekakel toegegaan.