Nederduitsche spreekwoorden

Carolus Tuinman (1726)

Gepubliceerd op 18-05-2022

Zy slaapen niet al, die snorken

betekenis & definitie

Dit kan veinzende geschieden. ’t Is gevormt van ’t latijnsche spreekwoord: Non omnibus dormio, ik slaap niet voor allen. Plutarchus verhaalt daar van een aardig geval.

Zekere Galba had Maecenas, den grooten boezemvriend en gunsteling van Augustus, ter maaltijd genoodigt. Onder ’t spijzigen merkten hy, dat Maecenas een dertel oog op zyn aanzittend wijf liet vallen. Dit wilde hy quanswijs niet zien, maar knikkebolde, en hield zich als of hy zijne oogleden van binnen bezag, en in een diepen slaap viel. Dus bleef hy alleen zitten; en ondertusschen komt’er een knecht by de tafel, en vaagde (zo hy waande ter sluiks) een goeden beker wijns uit. Wel haast was Galba wakker, en sparde zijne oogen open, met het uiten van deze woorden: Ongelukkige, wist gy niet, dat ik alleen voor Maecenas sliep? Zulk een onderscheid van persoonen wierd, op nadere bedenking, ook gemaakt van dien Roomsgezinden, die als hy in een kerk ging voor by eene schildery, waar in Christus stond voor Pilatus, die op zijnen Rechterstoel zat, zeer eerbiedig zijnen hoed afdede. Maar op dat die gemaalde Pilatus zich daar op niet mogt verhovaardigen, en deze eere zich aanmatigen, denkende dat hy by dien groeter in zulk een goed blaadje stond; trad die goede man weder te rugge, en riep luids keels: Non tibi Pilate, sed Christo, ’t is niet voor u, Pilatus, maar voor Christus. Op die slaapveinzers past ook: Hy slaapt den haazenslaap;om dat de haazen, zo men zegt, met opene oogen slaapen.

< >