Nederduitsche spreekwoorden

Carolus Tuinman (1726)

Gepubliceerd op 14-06-2022

Ymand den pas afsnyden

betekenis & definitie

Dat is, hem onderscheppen, en beletten, dat hy langs dien weg niet voort kan gaan. Pas is schrede.

Dit word op andere dingen toegepast. Dus zegt men ook van ymand: Hy heeft een quaadenpas gedaan, dat is, een lelyken misstap. Hy heeft zich ergens door misgaan, en iets bedreven, dat niet recht en wel is. De Franschen noemen dat un faux pas, een valschen pas.

Zo geschied van alle die kromme wegen gaan, en slinksche streeken gebruiken.

< >