Dit is overgenomen van ’t Latynsche spreekwoord: Nospoma natamus. Dus zeiden de paardekeutels, wanneer zy onder de appelen dreven, naar ’t boertig verhaal der Fabel.
Men past dit niet onaardig toe op de verwaande taal en inbeelding van zulke, die zich dwaaslyk rekenen onder zodaanige, waar na zy zo weinig gelyken, als paardevygen naar appelen. Zo willen muizenkeutels rogge, of peper, zyn.Het appelmannetje komt op zyn geld .Wat dit zeggen wil, leeren de onmaatige ooftsnoepers best door de ondervinding.