Dit is eigentlyk geen spreekwoord, maar een zeer gebruikelyke uitdrukking, waar door zulk een vrager zich zelven regelrecht wederspreekt. Die ligt, loopt dan niet, en die loopt, ligt niet.
Doch men zoude wel zeggen: Wat ligt gy en slaapt? Het gemeen misbruikt dan dikwyls die spreekwyze. Zulk een ongerymt stopwoord maken zommige van ’t woord komen. Dus zeggen ze, hy komt te gaan, hy komt te hooren, enz. voor hy gaat, hy hoort, enz. Dit zoude niet te berispen zyn, indien de meening was, hy komt om te gaan, om te hooren, enz.
Op een diergelyke wyze zeggen de Franschen, Je vien de dire. ik kom van te zeggen, dat is: ik zeide zo even: gelyk wy, hy staat te vertrekken, dat zeggen wil, hy staat gereed om te verreizen; hoewel het gebruik noch wel wat uitstel vergunt, als in, hy staat op zyn vertrek, voor hy zal haast vertrekken. Maar wat is, hy komt te vertrekken? Contradictio in adjecto, het wederspreekt zich zelven rechtdraads: want niemand kan te gelyk komen, en heenen gaan. Zulke misbruikingen en zotte stopwoorden zyn walgelyk. By voorbeeld, zommige mengelen t’elkens als cierlyke bloemen in hunne reden, zo is t als dat, versta je? enz.
Maar hier toe behoort ook de spreekwyze, Hy quam zo, als men ymands gebeerde of daad aanwyst. Daar onder word verzwegen, maar verstaan, te doen. Hy quam zo te doen.