Dat wil zeggen, ’t valt slecht uit, ’t is niets waardig. In wormstekige nooten, schoon zy wel gaaf schynen, vind de kraaker buiten zyn verwachting niets goeds; en heeft dus zynen arbeid te vergeefs gedaan.
Zulk een wormstekige noot is een treuzeneus. Koopt men dan iets voor een treuzeneus, het is beter koop dan voor een appel, of een ei.