Dat is, ’t is een vertelling van oude besjes, die aan ’t spinnewiel zitten. Paulus noemt dat oude wijfsche fabelen, 1 Tim. 4: 7.
Men had eertyds verzierde Euangelien: b. v. van des Heilands kindsheid, van Nikodemus, en verscheide andere. Onder deze heeft ook de spinrok zynen rang.