Dit past men toe op zulke, die hunne onbequaamheid niet willen erkennen, maar belachelyk de schuld aan iets anders wyten. Diergelyke spreekwoorden naar ’t voorbeeld der Fabelen van AEsopus, zyn’er meer, en niet onaardig verzonnen.
By voorbeeld; ’t Is niet om mynen't wil, zei de wolf, maar om myn schamele moêr. Als de vos de passie preekt, boeren wacht uw ganzen. Achter in 't veen, zei de vos, zyn de beste weiden, niet voor my, maar voor de goede ganzen. Haanbroêr sprak tot zyn hennen: Elk moet zich zelven kennen. Met het eerste komt overeen: Een slechte maayer heeft nooit een goede zeissen. Doch een quaade zeissen moet goede klavers hebben.