Dit zegt men, als twee hardhoofden tegen malkanderen aanbotzen, en geen van beide wil wijken, of zwichten: waar uit zy aan de pleitbank geraken. Men noemt dat ook hardebollen.
Het Zinnebeeld hier van zyn twee stootende bokken, die met hunne harde koppen malkanderen onzacht bejegenen. Zulke handelen dan zeer bokachtig.