Nederduitsche spreekwoorden

Carolus Tuinman (1726)

Gepubliceerd op 18-05-2022

’t is een vel

betekenis & definitie

Door dezen naam word een vrouwmensch niet zeer geprezen. Zo zegt men,'t is een stout vel,'t is een ondeugend vel,'t is een lelijk vel, enz. ’t Kan in bedenking genomen worden, of dit vel niet by verkorting komt van Velleda,eene waarzegster en gebiedster, zelf van eene goddelijke achting en gezag, by de aaloude Duitschen, gemeld van Tacitus.

Met zulk eene voorafknipping maakt men van Lysbeth Lys, van Katharina Kaat, van Kornelia Ké, enz. Dit kan niet meer ongelooflijk schijnen, dan ’t geene hier, gezegt is over de naamen van Droes, enHarmen. Velleda en Arminius zyn omtrent tydgenooten, en van gelijke beroemtheid geweest. ’t Is een vel, zoude dan willen zeggen, ’t is eene Velleda, een verstandig en dapper wijf. Zo zegt men van een schoone vrouw, ’t is een Helena, en van eene kuische, ’t is een Lucretia. Hier tegen strijd niet, dat vel nu ten quaade word genomen: want dus geschied in meer benaamingen, die in ’t Heidendom geeert, maar by de Christenen tot eene verfoeying geworden zyn, als b. v. een Waarzegster, een Hex, enz. Doch wil men voor een vel, een boos stuk vleesch stellen, dat daar in steekt, men zal aan geen van beide mis tasten, zo men een Griet, niet van visch, maar van vleesch zoekt: ’t geen echter niet gezegt zy van een goed Grietje, die een perel is aan haar mans kroon.

< >