Nederduitsche spreekwoorden

Carolus Tuinman (1726)

Gepubliceerd op 18-05-2022

’t is een steertman

betekenis & definitie

Dat is een smaadnaam van de Engelschen. De oorsprong is ’t vertellingje, dat de nakomelingen van die Thomas Bekket, Aartsbisschop van Kantelberg, uit bevel van Koning Hendrik II, in ’t jaar 1170 hadden doodgeslagen, alle tot straffe met steerten geboren wierden.

Doch de Moniken hadden leugens met steerten goed koop. Maar ’t is ook een spreekwoord: Om een volmaakte ezel te zyn, heeft hy maar een steert van nooden. Doch wat dunkt den Lezer van de aardigheid van dat Vlaamsche spreekwoord: Byt my niet, ik heet Beeutje: had ik een steertje, zo was ik een leeuwtje. Daar is nauwelijks hoofd of steert aan te vinden.

< >