Dit zegt men van ymand, die niet hoog geschat word. ’t Zal ontleent zyn uit deze Fabel van AEsopus: Merkurius quam in een beeldhouwers winkel, en zag onder andere beelden ook het zyne. Hy was begeerig te weten wat dat gelden mogt, en vraagde naar den prys.
De beeldsnyder zeide, dat geef ik toe aan die het beeld van Jupiter, of eenigen anderen God koopt. Dus zag de vrager, hoe weinig men hem waardeerde. Maar hy is in meerder waarde, van wien men zegt:'t Is een man als spek: en spek is zo goed als geld, als't niet garstig is; mits dat men het aan geen Joden veile. Deze houden echter in ’t schacheren wel van een gespekte beurs: daar ook de Spekjans niet af keerig van zyn.