Zo plegen ongezinde te spreken, wanneer iets hen mishaagt. Doch weinige weten wat zy dus zeggen.
Bezukt is verbastert van bezucht, gelyk men zegt, ziek en zuchtig. Of liever, van beziekt. De ouden voegden by een, beziektheden en evelen. Maar men gaf by uitnemendheid, gelyk nu noch, aan de pest den naam van de ziekte.
Bezukt is dan het zelve metpestig, dat voor ten hoogsten quaad en besmettelyk gestelt word. Dus is een smaadnaam: Eenpestige Vlaming, eenpestige hond, enz.