Dat past men toe op iets, dat al gaande grooter word. Fama crescit eundo.
Zo plegen leugens aan te wassen, dewyl’er elk wat by doet: waarom die ras zich zelf ontlyken. Dus zegt men ook: ’t Gaat voort als een loopend vuur- tje. Dit past op ’t geen zich spoedig alom verspreit; gelyk zulke loopende tydingen en straatmaaren, die de een den anderen voort vertelt. De gelykenis is eene streek van aangesteken buskruid.