Op dit banket wil ik met myne vrienden niet te gast komen. Zo vies was die liefhebber niet, die wanneer hy een ei, waar in een kieken stak, onder anderen opgedischt vond, tot de tafelgenooten zeide: Zwygt, op dat de waardin het niet weete.
Ik zal dit hoen maar voor een ei betalen. De oude hadden ook dit spreekwoord: Vuile eyeren, rotte peeren, en boeven over hoop, hoe meer voor uw geld, hoe quaader koop. Zoude daar op niet zien: ’t Is van eyeren gemaakt, voor verdorven, als willende zeggen, van vuile eyeren. Zo komt dan daar mede bestruift zyn overeen.